10.9.19

Ochtend


Door het dakraam klinken van beneden
de stadsgeluiden van straat

Aanzwellend, wegebbend –
tekenen van leven

Maar onder onze deken
is de tijd iets vertraagd

Nu nog even blijven liggen,
nog even, nog even

27.5.19

Woorden



Vaker denk ik aan schrijven dan dat ik daadwerkelijk schrijf. Vooral 's avonds komt dat voor. Ik hoef niks meer te doen, heb demonstratief mijn telefoon al uitgeschakeld en ben in theorie (en eigenlijk ook praktijk) klaar om naar bed te gaan. Dan plotseling zwelt er een drang naar schrijven aan. Gegrond is die meestal niet – het gaat vooral om het schrijven. Ik pak een schrift en pen en knip nogmaals het tafellampje aan. Maar waar de initiële 'schrijfzucht' nog zo veelbelovend leek, lijkt het bij de daaropvolgende uiting ervan te stokken. Het papier blijft angstvallig leeg, afgezien van de kleine 'bullets' die tegenwoordig zo hip zijn. Waar blijft mijn onderwerp? Een geestige anekdote? Een scherpe observatie, zomaar uit het dagelijks leven geplukt?

Krekelgetsjirp. Een windvlaag door een woestijnlandschap.

Misschien was het ook wel meer het idee van het schrijven dan het schrijven zelf. Mijn bed lonkt. De woorden komen niet en mijn geduld raakt op. Dan knip ik het lampje weer uit.

Morgen zal ik weer denken in woorden. En wie weet schrijf ik ze ook op.

Zoek

ik
 ik zoek
 ik verbeeld me dat ik zoek

waarnaar?
 naar wie?
 waarom zou ik?

ik wil niet zoeken
 houd ik mezelf voor
ik wil vinden
 onverwacht, zonder reden

maar toch
 als ik dan stiekem zoeken zou
dan vind ik, hoop ik
 dan vind ik jou

22.1.19

Straffeloos


Ik zal je vergeten en weer ontmoeten.
Ik zal je vergeten, ontmoeten en weer vergeten.
Ik zal je weer ontmoeten.

Ik zal je vergeten en weer vergeten en weer vergeten.
Ik zal wandelen in dozijnen parken,
lichtgroene, violette en roze parken, onopvallend
in de regen.

's Avonds zal ik je weer vergeten.

De treden zullen niet meer weten 
wie je bent.
Maar zij zullen kraken.
En de voordeur zal weer aarzelen. 

Uit: Toon Tellegen, Daar zijn woorden voor