27.5.19
Woorden
Vaker denk ik aan schrijven dan dat ik daadwerkelijk schrijf. Vooral 's avonds komt dat voor. Ik hoef niks meer te doen, heb demonstratief mijn telefoon al uitgeschakeld en ben in theorie (en eigenlijk ook praktijk) klaar om naar bed te gaan. Dan plotseling zwelt er een drang naar schrijven aan. Gegrond is die meestal niet – het gaat vooral om het schrijven. Ik pak een schrift en pen en knip nogmaals het tafellampje aan. Maar waar de initiële 'schrijfzucht' nog zo veelbelovend leek, lijkt het bij de daaropvolgende uiting ervan te stokken. Het papier blijft angstvallig leeg, afgezien van de kleine 'bullets' die tegenwoordig zo hip zijn. Waar blijft mijn onderwerp? Een geestige anekdote? Een scherpe observatie, zomaar uit het dagelijks leven geplukt?
Krekelgetsjirp. Een windvlaag door een woestijnlandschap.
Misschien was het ook wel meer het idee van het schrijven dan het schrijven zelf. Mijn bed lonkt. De woorden komen niet en mijn geduld raakt op. Dan knip ik het lampje weer uit.
Morgen zal ik weer denken in woorden. En wie weet schrijf ik ze ook op.
Zoek
ik
ik zoek
ik verbeeld me dat ik zoek
waarnaar?
naar wie?
waarom zou ik?
ik wil niet zoeken
houd ik mezelf voor
ik wil vinden
onverwacht, zonder reden
maar toch
als ik dan stiekem zoeken zou
dan vind ik, hoop ik
dan vind ik jou
Abonneren op:
Posts (Atom)